De Mudel, het museum van Deinze en de Leiestreek, brengt een prachtig eerbetoon aan de schilder Emile Claus (1849-1924) met een tentoonstelling van zijn mooiste doeken, dankzij de samenwerking met het Gentse Museum voor Schone Kunsten en belangrijke bruiklenen uit openbare en privéverzamelingen. Emile Claus was een zeer getalenteerd schilder met een charisma dat hem in staat stelde om met alle sociale kringen van zijn tijd om te gaan. Hij leefde bijzonder mee met het leven van de boeren langs de Leie. Na een reis naar Afrika werd het licht het leven van zijn schilderijen en van zijn eigen leven. Hij vestigde zich in Astene en noemde zijn villa aan de oevers van de Leie Zonneschijn. James Ensor zei erover: “Daar bottelt hij de zon”.

Voordat we naar de tentoonstelling 'Welbespraakt formalisme' gaan, waarmee het gerenoveerde bijgebouw van het museum Dhondt-Dhaenens officieel wordt geopend, lunchen we in de gezellige sfeer van een bruin café langs de Leie, 't Oud Sashuis d'Astene . De ophaalbrug over de sluis wordt nog steeds met de hand bediend door de sluiswachter, die ook de vriendelijke uitbater is van het café, dat vol staat met voorwerpen en souvenirs.

Het museum dat Jules en Irma Dhondt-Dhaenens in 1967 bouwden naar een ontwerp van architect Erik Biervliet, heeft een heel andere sfeer. Hier ligt de nadruk op eenvoudige, overzichtelijke ruimtes met vloeiende, strakke lijnen. Meer dan 30 jaar lang speelden Jan Andries (1933-2015) en Lieve Vanlouwe (1936-2021) een essentiële rol in het museum. Tegelijkertijd verwierven ze talrijke werken van moderne en hedendaagse kunstenaars. Bij de keuze uit deze collectie voor de tentoonstelling 'Welsprekend formalisme' richt conservator N. Schafhausen zich meer op kleur, lijn en textuur dan op historische en sociale contexten.